(artikel geschreven voor De Costakrant editie 62)
In de vijftiende eeuw werd Don Bartolomé
Togores de Heer van Jacarilla. Hij was een afstammeling van koning Jacobus I
van Aragón. In de 17e eeuw werd Jacarilla onafhankelijkheid van Orihuela. In de
19e eeuw is Joaquín Sandoval y Melgarejo door diverse huwelijken en erfenissen
landheer geworden van de streek rond Jacarilla. Toen Melgarejo in 1899 stierf
werd zijn landgoed in 1901 verdeeld onder zijn kinderen. Zijn zoon Alfonso
Sandoval, Barón de Petrés kreeg het grootste deel en ook de dorpskern maar
economische problemen dwongen hem om zijn erfdeel, ruim 850 hectare, in
1915 te verkopen aan Francisco de Cubas
en Erice, markies van Fontalba en Cubas, Grandee van Spanje. Sandoval stierf
datzelfde jaar.
De markies van Fontalba was een politicus, maar
vooral op economisch gebied maakte hij het zeer goed. Begin 1900 was hij een
van de rijkste inwoner van Spanje. Een deel van zijn vermogen belegde hij in
vastgoed. Zo bouwde hij in het centrum van het dorp tussen 1916 en 1922 een
statig landpaleis in U-vorm, bedoeld voor ontspanning en recreatie, met 28
slaapkamers, grote inkomhal en ontvangstkamers met een totale oppervlakte van
800 m2. In de jaren 1920 werd het paleis verbouwd en kreeg het zijn huidig
uiterlijk. Langs de buitenkant werden de ramen, deuren, pilaren en de randen
van het gebouw van sierlijke historische
tegels voorzien. Het paleis staat in een tuin van botanische belang op
een oppervlakte van 20.000 m² met
palmbomen, hibiscus en lila jacarandabomen. De markies maakte er een lusttuin
van met fonteinen en waterpartijen, zonnewijzer, zitbanken en prieeltjes. In
het voorjaar beslist de moeite om de tuin eens te bezoeken. Aan de zijkant van
de tuin bouwde hij kooien in diverse stijlen en vulde die met exotische vogels
en zelfs apen uit Brazilië.
Naast het paleis liet de Markies een prachtige privé
kapel bouwen gewijd aan Ntra. Sra. de la Encarnación, ter ere van de vrouw van
de markies, Dona Encarnacion Urquijo. De kerk werd gebouwd in kalksteen, in
gotische stijl, met drie beuken en prachtige gebrandschilderde ramen een
opdracht voor het prestigieuze Casa Maumejean de Madrid. In het hoogaltaar een
exclusieve ruimte gereserveerd voor de adellijke heren, met aparte ingang van
buitenaf.
Vandaag is het de parochiekerk en gewijd aan Onze
Lieve Vrouw van Bethlehem, de patroonheilige van de stad. De markies bouwde ook
twee scholen, één voor jongens en één voor meisjes, nu het huidige sociaal
centrum. Ook de kazerne van de Gardia Civil dateert uit die tijd.
Na de dood van de Markies in 1930 hadden zijn
erfgenamen geen interesse meer in het dorp noch in de opbrengst van de landbouw
en ze droegen in 1947 het gebied over aan de 240 inwoners. De tuinen van het
landpaleis kwamen in 1993 in het bezit van de gemeente. Het paleis zelf werd in
2009 geschonken zonder voorwaarden aan de gemeente. Terwijl de tuinen relatief
goed worden onderhouden en ook open zijn voor het publiek, heeft het paleis
enorme schade geleden en is gesloten. De huidige gemeenteraad word
geconfronteerd met een dubbel probleem en uitdaging namelijk het zoeken naar
een passend gebruik van het gebouw en de renovatie van het culturele erfgoed en
het vrijmaken van gelden wat in de huidige economische situatie niet zo eenvoudig
is.
Hopelijk zal een totale renovatie de komende
jaren het paleis terug herstellen in zijn oude glorie.
Ligging: N 38°03'41.1" en W
0°51'56.0"W
Video klik HIER
Meer foto's klik HIER