Ben je niet christelijk opgevoed of ben je je
gewijde geschiedenis vergeten dan is het moeilijk te geloven dat er een
feestdag is voor onnozele kinderen. Bij het woord “onnozel” denken we meestal
aan een simpel of sullig iemand. Maar dat is niet de juiste interpretatie
van deze gebeurtenis. ‘Onnozel’ komt van onnosel, de nederlandse vertaling van
het Latijnse woord innocens waarvan ook het Spaanse “Inocentes” is
afgeleid en dat ‘onschuldig’ en ‘onschadelijk’ betekent. Hoe komen de christenen
nu aan deze feestdag? Dat komt door koning Herodes. Toen Jezus geboren was in
een stal in Bethlehem kwamen eerst de herders op bezoek en later de drie
koningen uit het Oosten, Melchior, de koning van Arabië, Caspar, de koning van
Tarsis, en Balthasar, de koning van Ethiopië. Zij hadden gehoord dat er in
Bethlehem een nieuwe Joodse koning was geboren maar voor ze op zoek gingen naar
de nieuwe koning gingen ze eerst nog op staatsbezoek bij koning Herodes en ze vertelde
hem dat ze onderweg waren naar de nieuwe koning van de joden. Herodes vreesde
voor zijn troon (hij had zelf al een aantal familieleden een kopje kleiner gemaakt
die op zijn troon aasde) en vroeg de
koningen om bij hun terugweg hem te vertellen waar de nieuwe koning woonde. Toen
de Wijzen in een droom zagen dat Herodes kwaadaardige bedoelingen had en het kerstkindje
Jezus wilde doden besloten ze om niet langs Herodes terug te keren. Herodes werd
woedend en gaf zijn soldaten de opdracht om alle jongetjes onder de twee jaar
in Bethlehem en omgeving te vermoorden zodat hij er zeker van was dat ook de
nieuw geboren koning er bij zou zijn. Maar Jozef had in een droom opdracht
gekregen van een engel om met Maria en Jezus te vluchten naar Egypte.
Sinds de 5e eeuw hebben de christenen de vermoorde
“onschuldige” jongetjes van Bethlehem als de eerste martelaren beschouwd; volgens
de Griekse traditie waren het er wel veertienduizend, volgens de Syrische vierenzestigduizend.
Middeleeuwse bronnen spreken van honderdvierenveertigduizend kinderen.
Uit een heidens feest is nadien het feest van de onschuldige kinderen gegroeid met het uithalen van "onschuldige grapjes".
In het verleden gingen de kinderen op het feest
van onnozele kinderen verkleed als volwassenen de straat op om te bedelen om
snoep of geld. Begin 1900 kende men ook het kinderbisschop spel. Onder de
scholieren werd een kinderbisschop gekozen. Deze jongen trad dan enkele dagen als
bisschop op. Met een groep kinderen ging hij bij kerkelijke en gemeentelijke
hoogwaardigheidsbekleders eten en kreeg daar ook kleine geschenken. Ook
verkleedpartijen hoorden bij het feest. In veel gezinnen mocht het jongste kind
op deze dag kiezen wat er die dag gegeten wordt.
Tot de jaren ’50 van vorige eeuw trokken
in Brabant kinderen op 28 december verkleed langs de deuren om snoep en geld te
vragen.
Maar in Spanje is deze feestdag ‘Santos
inocentes’ nog niet verdwenen. Het is meer en meer de Spaanse variant geworden
van onze 1 april. Veel kinderen, maar ook kranten en andere media zoals
Facebook zien hun kans om anderen eens ongestraft voor de gek te houden.
Populaire grappen zijn het verzetten van de klok, het losdraaien van lampen of
het opplakken op de rug van het slachtoffer van een papieren poppetje met daarop
geschreven ‘¡inocente!’. De kranten en de Spaanse televisie vermelden verzonnen
nieuwsfeiten welke dikwijls zo geloofwaardig worden gebracht dat je ze wel moet
geloven.
Oppassen dus in Spanje op 28 december…