Op 1 november vieren de Spanjaarden “Día de
todos los Santos" een dag waarop men "alle heiligen" herdenkt
die op aarde de goede strijd gestreden hebben, en naar de vaste overtuiging van
de geloofsgemeenschap, bij God in de hemel zijn opgenomen. Het gaat hier om die
heiligen die door het jaar geen eigen naamdag hebben omdat hun heiligheid
alleen bij God bekend was en niet bij de mensen. Heel de familie gaat dan naar
het kerkhof om er bloemen neer te leggen op de graven en nissen van de
overledenen. De week voordien is het op de kerkhoven een drukte van familieleden
die de graven oppoetsen en opsmukken met nieuwe bloemstukken. Bloemen zijn duur
in Spanje maar die dagen is het kerkhof één bloemenpracht. Dit gebeuren is
vergelijkbaar met de gebruiken in België. Ik herinner me nog dat vader ook de
week voor Allerzielen in de weer was met “spic en span” om de graven van ouders
en grootouders af te schrobben. Belangrijk was toen ook om op het graf een pot
met chrysanten te plaatsen met zoveel mogelijk bloemknoppen in. Hoe meer
bloemknoppen hoe meer men de overledene eerde, en vader telde de bloemknoppen…
In de Spaanse dorpen is het nu nog steeds een prestigekwestie, hoe overdadiger
het graf wordt versiert met grote en mooie bloemen des te groter het aanzien
van de familie.
Op 2 november wordt in Spanje de Día de Muertos
of in het Catalaans Día de Difuntos of wat wij Allerzielen noemen
gevierd. Allerzielen (het feest van alle zielen) is de dag waarop in de
rooms-katholieke kerk alle gelovige zielen van gestorvenen worden herdacht.
Deze herdenkingsdag voor de gestorven kloosterbroeders werd in de tiende eeuw
door abt Odilo van Cluny ingesteld. In de twaalfde eeuw werd deze dag door paus
Johannes XIX algemeen ingevoerd als feestdag voor alle gelovige zielen.
Bij een Spaanse feestdag horen natuurlijk ook
de typische gerechten en zoetigheden. Zo ook voor de “Día de todos los
Santos". De bekendste zijn de Panellets, Huesos de Santo en Buñuelos de
Viento.
Panellets, volgens de traditie moesten in
de nacht van 31 oktober op 1 november de klokkenluiders de doodsklokken heel de
nacht laten luiden. Vrienden en familieleden van de klokkenluiders kwamen dan
deze calorierijke hapjes brengen om de klokkenluiders goed wakker te houden
voor het harde werk van die lange nacht.
Een ander verhaal is dat wanneer je op 1
november een panellet eet er een ziel bevrijd wordt uit de hel. Er bestaan
oneindig veel varianten, maar alle zijn op basis van marsepein of amandelpasta,
vrijwel allemaal bedekt met pijnboompitten. Ook wordt wel gewerkt met
hazelnootsnippers. Een bom vol calorieën, die je hier samen met de gepofte
kastanjes eet en wegspoelt met een glas zoete wijn.
Huesos de Santo, letterlijk vertaald
"Beenderen van de Heilige" zijn desserts van marsepein. Ze hebben een
lange, cilindrische vorm en hebben een enigszins gegroefd oppervlak met suiker
glazuur. De textuur is typisch marsepein, zodat ze zacht en licht zijn van
gewicht. Hoewel de oorspronkelijke Huesos de Santo wit waren met zoete
vullingen kan je ze nu ook vinden in verschillende kleuren en verschillende
vullingen zoals confituur, chocolade, praline of zelfs yoghurt. De oorsprong
van deze lekkernij gaat terug tot het begin van de zeventiende eeuw,
hoewel het gebruik van marsepein al bekend was in de tijd van de Moorse
overheersing.
Buñuelos de Viento zijn kleine deegbollen
gemaakt van meel, boter en eieren die in het olijfolie worden gefrituurd. De
afgeronde vorm kan na enige oefening verkregen worden met behulp van twee
lepels De gefrituurde deeg verdubbelt bij het bakken het volume, het is om deze
reden dat zij de naam krijgen «de viento» (wind, lucht). De Buñuelos de
Viento worden via een kleine opening gevuld met zoete room, chocolade of
slagroom.
(artikel geschreven voor de Costakrant editie 82)