(Artikel geschreven voor De Costakrant nr.80) Het " Menú del día " (dagmenu) is een culturele en culinaire traditie in Spanje. Een maaltijd voor een vaste prijs geserveerd van maandag tot vrijdag van 14 tot 16 uur met goede, lokale seizoensgebonden gerechten. De Spaanse recepten zijn beïnvloed door de rijke geschiedenis van het land. Ze hebben rijst, kaneel, saffraan, komijn en sinaasappels van de Moren, langzaam gekookte stoofschotels en soepen van de Joden, wijn van de Romeinen en na de ontdekking van de nieuwe wereld, maïs en aardappelen, pepers, chocolade, avocado's, cashewnoten, paprika en tomaten.
Een goed , betaalbaar, menú del día kan er zo
uitzien:
Om te starten een salade van de chef met brood,
soms met aioli, (knoflookmayonaise), en een tomaten coulis. Dan de eerste schotel (Primer
Plato); een "gazpacho" (koude tomatensoep), een tonijnsalade en
calamar plancha. Als tweede schotel (Segundo Plato) een geroosterde varkens
lende met rozijnen en amandelen doordrenkt met een zoete wijn of een rijke
stoofschotel van lam, rundvlees of varkensvlees verrijkt met uien en knoflook,
witte bonen of kikkererwten. Paella zal in de oudere restaurants in principe
alleen worden geserveerd op donderdag. Volgens naoorlogse verhalen was donderdag
de dag dat er rijst beschikbaar was.
Een
andere reden zou zijn dat Franco de gewoonte had om op donderdag na zijn
wekelijkse gouvernements-vergadering uit eten te gaan. Hij zou zonder
voorafgaande aankondiging een restaurant binnen stappen. Een van zijn favoriete
maaltijden was paella. Omdat niemand hem wou teleurstellen zorgde alle restaurants
in Madrid, en nadien in het ganse land, ervoor om op donderdag paella te serveren. Een goede Spaanse kok zal voor
een paella altijd rijst uit Spanje gebruiken. De rijstvelden van Calasparra, in de
omgeving van Murcia, verbouwen rijst die perfect geschikt is om een heerlijke
paella te maken. In de
eerste schotel komen meestal alleen groenten in voor, in de tweede schotel
enkel vis of vlees met enkele gebakken aardappelschijfjes of frietjes. In de
dagmenu is een glas wijn, water, bier of frisdrank inbegrepen. In veel
restaurants zet de ober (camarero) de fles wijn op tafel, neem je één glaasje, prima.
Drink je de hele fles leeg, ook goed.
De desserts (postres) zijn altijd eenvoudig, een
crème caramel, tarta de queso (kaastaart) of vers fruit van het seizoen of een
ijsje gevolgd door een kopje koffie naar keuze.
Dat allemaal voor prijzen tussen de 8 en 12 euro!
En
terwijl je eet kan je op minstens één TV naar het Spaanse “Rad van fortuin” of
naar een voetbalmatch kijken.
Het
verhaal doet de ronde dat het menú del día ontstond in 1965. Door een beslissing van Franco
moest aan alle arbeiders een betaalbare en voedzame
maaltijd aangeboden
worden. Zo konden de Spaanse arbeiders dicht bij kun werk van een goede
maaltijd genieten en moesten ze tijdens de middag niet naar huis gaan. Dit menu
moest worden aangeboden tegen een prijs die ten minste 50% lager was dan wanneer
de schotels individueel werden besteld. Maar eigenlijk
heeft Franco er weinig mee te maken. In feite is het concept van de menú del
día op 17 maart 1965 in Spanje geïntroduceerd door Franco's minister van
informatie en toerisme, Manuel Fraga. Hij liet in de wetgeving opnemen dat alle restaurants moesten voorzien
in een Menú Turístico. Later veranderde de naam in Menú de la Casa. Op deze
manier hoopte hij het toerisme te stimuleren. Eveneens was deze wet een poging
om de horeca te professionaliseren. Door deze wet kon de overheid kwaliteitscontroles
in de restaurants en hotels uitvoeren.