3 januari 2019

6 januari: Driekoningen of ‘Los Reyes Magos’


In mijn kindertijd liep ik samen met twee vriendjes op 6 januari van deur tot deur om Driekoningen te zingen:
“Drie koooningen, drie koooningen,
geef mij nen nieuwen (h)oed.
Mijnen ouwen is verslee-eeten,
mijn moeder mag 't nie wee-eeten.
Mijn vader heeft het geld,
op de rooster geteld.”


Eentje schilderden we geel. Dat was koning Caspar. Koning Melchior was de witte en ik was steevast koning Balthazar, de zwarte. Gekleed in enkele oude tafellakens en een papieren kroon trotseerden we het gure winterweer om wat snoepgoed en centjes bij elkaar te zingen.
We waren wel wat beter dan de andere groepjes. Die hadden maar een kartonnen ster, de onze was een luxe-ster gemaakt door mijn grootvader. Die ster kon draaien als je aan een koordje trok en was ook nog eens in goudkleur geschilderd.
Maar jammer, van dit volksgebeuren blijft in Vlaanderen of Nederland niet veel meer over.
In Spanje daarentegen is het feest van de Reyes Magos, onze Driekoningen of de drie wijzen, hét feest voor de kinderen.
Reeds dagen van te voren gaan de koninklijke bodes van dorp naar stad om de wensbrieven van de kinderen op te halen. De kinderen plaatsen weken van te voren hun schoentje met hun wensbrief en wat koekjes voor de koningen met een beetje hooi voor de kamelen. Het lijkt op het schoentje zetten bij sinterklaasavond in Vlaanderen. Op vijf of zes januari is het dan de grote dag.
De Spanjaarden vieren de aankomst van de Reyes Magos met feestelijke en vrolijke optochten, de Cabalgata de los Reyes Magos. In de steden rijden de koningen te paard of op een kameel of ze rijden rond in feestelijk versierde koetsen en gooien lekkernijen naar de kinderen. In de kleine dorpen moeten de drie koningen het stellen met wat minder luxe. Een platte wagen met drie oude zetels getrokken door een tractor is hier dikwijls hun vervoermiddel van de Driekoningen. Maar de kinderen vinden dat allemaal even leuk. Met lampionnetjes en feestverlichting begeleiden de kinderen de Driekoningen. De lampionnetjes zijn een overblijfsel van oude heidense gebruiken, waarin men fakkels droeg om boze geesten te verjagen. Het snoepgoed dat wordt uitgedeeld, stamt af van de heidense offermaaltijden.
Op 5 januari ‘s avonds zetten de kinderen hun schoentjes voor de Driekoningen, gevuld met lekkers voor de Driekoningen en hooi voor hun dieren. ´s Ochtends ontdekken de kinderen dat de koningen van het snoepgoed geproefd hebben en de kamelen het hooi opgegeten hebben. Maar het allerleukste is natuurlijk dat de Driekoningen allerlei leuke cadeautjes hebben achtergelaten. Vroeger werden er wel eens zwarte steenkolen weggelegd voor de stoute kinderen, maar die zijn er nu niet meer, of misschien toch ergens nog eentje en die krijgt dan bij zijn cadeautje zwarte snoepjes, die de steenkool moeten symboliseren, samen met een briefje van de Driekoningen waarin ze vragen het komend jaar braaf te zijn.
Na het ontbijt of de lunch eet men een typisch dessert, ‘Roscón de los Reyes’. Dat is een grote ronde cake waarop versieringen liggen van gedroogd fruit, zij vormen symbolisch de robijnen en smaragden van de drie koningen.
In de Roscón de los Reyes, gekocht bij de banketbakker, zit een klein figuurtje verborgen, hetzij een beeldje van kindje Jezus of een klein speelgoedje. Maar ook de traditionele droge tuinboon. Om de verdeling van de cake eerlijk te laten verlopen moet het jongste kind onder de tafel plaats nemen en bij elk stukje cake iemand aanwijzen. Degene die het figuurtje in zijn gebak krijgt, wordt koning of koningin van die dag genoemd en mag de hele dag de bijgevoegde kroon dragen. Degene die de boon krijgt moet de Roscón van het volgende jaar betalen. In sommige streken in Spanje kan je alleen de boon in het gebak vinden, diegene de boon krijgt is dan de koning.
De oorsprong van de boon is terug te vinden bij de Germanen. Zij mochten in de twaalf nachten van de nieuwjaarsfeesten geen peulvruchten eten en de 'heilige boon' betekende het einde van die vastenperiode.