De Spaanse Burgeroorlog was een groot conflict dat uitgevochten werd in Spanje van 17 juli 1936 tot 1 april 1939. De oorlog begon na een pronunciamiento (oppositieverklaring) van een groep rechtse generaals onder leiding van José Sanjurjo tegen de regering van de Tweede Spaanse Republiek, op dat moment onder leiding van president Manuel Azaña. De militaire staatsgreep werd gesteund door conservatieve groepen als de CEDA, monarchisten zoals de religieus-conservatieve carlisten, en de fascistische falangisten. De generaals hadden autoritaire en anti-separatistische inspiratiebronnen. Aan nationalistische zijde waren er sterke anti-Baskische en anti-Catalaanse gevoelens.
Na de slechts gedeeltelijk succesvolle staatsgreep was Spanje militair en politiek verdeeld. Vanaf dat moment voerde generaal Francisco Franco een langdurige oorlog tegen de gevestigde regering, omdat de trouwe aanhangers van de linkse republikeinse regering de rebellen bevochten voor de controle over het land. De generalen (nacionales) kregen de steun van nazi-Duitsland en het koninkrijk Italië, evenals van het naburige Portugal, terwijl de Sovjet-Unie en Mexico hun steun gaven aan de republikeinse regering.
Bloedige zuiveringen deden zich voor in delen van Spanje die veroverd werden door de nationalisten om het toekomstige regime van Franco te consolideren, terwijl gelijkaardige moorden plaatsvonden in gebieden die veroverd werden door de republikeinen. Tienduizenden burgers aan beide kanten werden vermoord wegens hun politieke of religieuze standpunten, en na het einde van de oorlog in 1939 werden diegenen die geassocieerd werden met de verliezende republikeinen vervolgd door de zegevierende nationalisten.
De oorlog eindigde met een overwinning voor de conservatieve nationalisten, het omverwerpen van de democratische regering, en de ballingschap van duizenden linkse Spanjaarden, van wie velen vluchtten naar vluchtelingenkampen in Zuid-Frankrijk, onder andere Le Vernet. Met de oprichting van een dictatuur onder leiding van generaal Francisco Franco in de nasleep van de omwenteling, fuseerden alle rechtse partijen in de structuur van het Franco-regime.
Na de slechts gedeeltelijk succesvolle staatsgreep was Spanje militair en politiek verdeeld. Vanaf dat moment voerde generaal Francisco Franco een langdurige oorlog tegen de gevestigde regering, omdat de trouwe aanhangers van de linkse republikeinse regering de rebellen bevochten voor de controle over het land. De generalen (nacionales) kregen de steun van nazi-Duitsland en het koninkrijk Italië, evenals van het naburige Portugal, terwijl de Sovjet-Unie en Mexico hun steun gaven aan de republikeinse regering.
Bloedige zuiveringen deden zich voor in delen van Spanje die veroverd werden door de nationalisten om het toekomstige regime van Franco te consolideren, terwijl gelijkaardige moorden plaatsvonden in gebieden die veroverd werden door de republikeinen. Tienduizenden burgers aan beide kanten werden vermoord wegens hun politieke of religieuze standpunten, en na het einde van de oorlog in 1939 werden diegenen die geassocieerd werden met de verliezende republikeinen vervolgd door de zegevierende nationalisten.
De oorlog eindigde met een overwinning voor de conservatieve nationalisten, het omverwerpen van de democratische regering, en de ballingschap van duizenden linkse Spanjaarden, van wie velen vluchtten naar vluchtelingenkampen in Zuid-Frankrijk, onder andere Le Vernet. Met de oprichting van een dictatuur onder leiding van generaal Francisco Franco in de nasleep van de omwenteling, fuseerden alle rechtse partijen in de structuur van het Franco-regime.
Bron: Wikipedia