30 oktober 2018

1 november, Allerheiligen, Dia de Todos los Santos.


Op 1 november vieren de Spanjaarden ‘Día de todos los Santos’ een dag waarop men ‘alle heiligen’ herdenkt die op aarde hebben geleefd en die bij God in de hemel zijn opgenomen. Het gaat hier om de heiligen die in de katholieke kalender geen eigen naamdag meer hebben. De hele familie gaat dan naar het kerkhof om er bloemen neer te leggen op de graven en bij de nissen van de overledenen.
De week voordien is het op de kerkhoven een drukte van familieleden die de graven oppoetsen en opsmukken met nieuwe bloemstukken. Bloemen zijn duur in Spanje maar die dagen is het kerkhof één bloemenpracht. Dit gebeuren is vergelijkbaar met de gebruiken in België en Nederland. Ik herinner me nog dat mijn vader ook de week voor Allerzielen in de weer was met ‘spic en span’ om de graven van ouders en grootouders af te schrobben. Belangrijk was toen ook om op het graf een pot met chrysanten te plaatsen met zoveel mogelijk bloemknoppen in. Hoe meer bloemknoppen hoe meer men de overledene eerde en vader telde de bloemknoppen… In de Spaanse dorpen is het nu nog steeds een prestigekwestie, hoe overdadiger het graf wordt versierd met grote en mooie bloemen des te groter het aanzien van de familie.
Op twee november wordt in Spanje de ‘Día de Muertos’ of in het Catalaans ‘Día de Difuntos’ of wat wij Allerzielen noemen gevierd. Allerzielen is de dag waarop in de katholieke kerk alle overledenen worden herdacht. Deze herdenkingsdag werd in de tiende eeuw door abt Odilo van Cluny ingesteld. In de twaalfde eeuw werd deze dag door paus Johannes XIX algemeen ingevoerd als feestdag voor alle gelovige zielen.

Bij een Spaanse feestdag horen natuurlijk ook de typische gerechten en zoetigheden. Zo ook voor de ‘Día de todos los Santos’. De bekendste zijn: Panellets, Huesos de Santo en Buñuelos de Viento.  
Panellets, volgens de traditie moesten in de nacht van eenendertig oktober op één november de klokkenluiders de doodsklokken heel de nacht laten luiden. Vrienden en familieleden van de klokkenluiders kwamen dan deze calorierijke hapjes brengen om de klokkenluiders goed wakker te houden voor het harde werk van die lange nacht.
Een ander verhaal is dat wanneer je op één november een panellet eet er een ziel bevrijd wordt uit de hel. Er bestaan oneindig veel varianten, maar alle zijn op basis van marsepein of amandelpasta, vrijwel allemaal bedekt met pijnboompitten. Ook wordt wel gewerkt met hazelnootsnippers. Een bom vol calorieën, die je hier samen met de gepofte kastanjes eet en wegspoelt met een glas zoete wijn. 
Huesos de Santo, letterlijk vertaald ‘Beenderen van de Heilige’ zijn desserts van marsepein. Ze hebben een lange, cilindrische vorm met een gegroefd oppervlak van suikerglazuur. De textuur is typisch marsepein, zodat ze zacht en licht zijn van gewicht. Hoewel de oorspronkelijke Huesos de Santo wit waren met zoete vullingen, kan je ze nu ook vinden in verschillende kleuren en verschillende vullingen zoals: confituur, chocolade, praline of zelfs yoghurt. De oorsprong van deze lekkernij gaat terug tot het begin van de zeventiende eeuw, hoewel het gebruik van marsepein al bekend was in de tijd van de Moorse overheersing.

Buñuelos de Viento zijn kleine deegbollen gemaakt van meel, boter en eieren die in olijfolie worden gefrituurd. De afgeronde vorm kan na enige oefening verkregen worden met behulp van twee lepels De gefrituurde deeg verdubbelt bij het bakken het volume, het is om deze reden dat zij de naam krijgen ‘de viento’ (wind, lucht). De Buñuelos de Viento worden via een kleine opening gevuld met zoete room, chocolade of slagroom.