Wanneer je met Spanjaarden een gesprekje
voert hoor je al snel dat ze weinig van België en zijn bewoners weten, de Walen
associëren ze met de Fransen en de Vlamingen met de Nederlanders. Misschien
door hun taalgebruik dat op elkaar lijkt? Nu lijken me juist die twee culturen
erg verschillend te zijn, zeker op culinair vlak. Vlamingen hebben friet met
stoofvlees, de Nederlanders patat met frikandel, Vlamingen heerlijk
trappistenbier, Nederlanders hebben Heineken. Vlamingen hebben fijne chocolade
en pralines, Nederlanders kaas, Vlamingen Noordzeegarnalen, Nederlanders
mosselen waarvan het grootste deel naar het Bourgondische Vlaanderen gaat…
Nee, de Nederlanders en de Belgen kan je niet
over één kam scheren.
België is wereldwijd bekend voor zijn vele
goede bieren. 125 meestal ambachtelijke brouwerijen, brouwen meer dan 1000
verschillende bieren. Veel bekende bieren worden nog door de paters in de
abdijen of in hun opdracht gebrouwen: Grimbergen, Affligem, Leffe, Postel,
Tongerlo… Dan heb je nog de zwaardere bieren en streekbieren zoals Duvel,
Geuze, Kwak, Kriek, Palm… In België is het drinken van bier tijdens het eten of
op het einde van de werkdag heel gewoon en voor elke bierliefhebber is het van
essentieel belang dat het bier kan gedronken worden in het passend glas, een
Koninck in een “bolleke”, een Hoegaarden in een Hoegaardenglas. Bier uit het
kleine Hollandse bierglaasje drinken is uit den boze.
Alle hamburgertenten over heel de wereld
serveren frietjes, zo van die zielige, dunne staafjes aardappel. Maar de echte
friet, trouwens ook een Belgische uitvinding, is van een heel ander kaliber. De
Belgische friet is gemaakt van een goede bloemige aardappel, liefst een bintje,
die in verse frieten wordt gesneden met een dikte tussen 10 en 13 mm. Die
worden dan 4 a 5 minuten voorgebakken op 150°C in goede frituurolie. Dan moeten
de frieten minstens een halfuur afkoelen, en daarna worden ze 2 à 3 minuten
goudgeel afgebakken op 180°C.
Ze kan de Belgische friet alle concurrentie
aan. De echte friet haal je in het frietkot om de hoek en bij voorkeur in een
puntzak en moet na het bakken direct gegeten worden, desnoods lopend over
straat. Het Belgische frietkot is in Vlaanderen trouwens erkend als cultureel
erfgoed. Dé populairste Vlaamse
klassieker is, volgens de TV kok Jeroen Meus, stoofvlees met frietjes! Voorafgegaan door een garnalencocktail, en met een moelleux au chocolat als afsluiter. Bourgondisch lekker.
Nu we het toch over chocolade hebben, een
product waar de Belgen terecht trots op zijn, is gewaarborgd door een
kwaliteitslabel. Het meest bekende en uitgevoerde chocolade product zijn de
Belgische pralines of bonbons welke door honderden ambachtelijke chocolatiers
en een aantal grote industriële producenten vervaardigd worden. De chocolatiers
reizen de wereld rond om de allerbeste chocolade bonen te vinden. De praline is
trouwens een Belgische uitvinding. Het was de apothekerszoon Jean Neuhaus die
rond 1915 in Brussel de eerste gevulde chocoladebonbon bedacht. De winkels van
Neuhaus zijn nog steeds een begrip in België. Ook andere merken zijn befaamd om
hun pralines zo o.a. Leonidas en Godiva. Veel steden hebben hun eigen chocolade
specialiteit zoals de Antwerpse handjes en de Brugse zwaantjes.
Dat de Belg een zoetekauw is merk je aan de
lekkernijen zoals de koekjes van Jules Destrooper, een Belgisch bedrijf
opgericht in 1886 en hofleverancier. Naar 75 landen worden de heerlijke koekjes
van Destrooper uitgevoerd. De Speculoospasta van Lotus is nog zo’n Belgisch
product. Vijfeneenhalf miljoen potten per jaar worden er gemaakt.
De Brusselse wafel met zijn lichte structuur en
rechthoekig vorm met diepe vierkante inkepingen wordt meestal warm gegeten
nadat hij bestrooid is met poedersuiker en een flinke dot slagroom. De Luikse
wafel is zwaarder van structuur en zoeter omdat de suiker er al in verwerkt is.
We hebben geweldige producten in België:
garnalen, witloof, asperges, fruit, appelen en peren... We hebben een
gevarieerde streekkeuken: vis en schelpdieren aan de Noordzeekust, wild met
trappistenbier in de Ardennen, en elke stad heeft zo wel zijn specialiteit:
Gentse waterzooi, Mechelse Koekoek, Lokerse paardenworsten, Filet d’Anvers,
Aalsterse vlaaikens…
Door zijn Bourgondische levensstijl moet de Belg zijn gewicht goed onder controle
houden. Maar daar hebben we de wiskundige Adolphe Quetelet voor, hij is de man
die de BMI bedacht aan de Universiteit van Gent. België wordt trouwens geprezen
om haar uitstekende onderwijs, maar nog net iets meer om haar verrukkelijke
lekkernijen!