Het
was een spannende tijd in Vlaanderen toen Zwarte Piet en Sinterklaas met zijn
schimmel nog over de daken mochten lopen. Zwarte Piet onverwachts op deuren en
ramen mocht kloppen, kon dreigen met de roe en steeds een zak bij had om de
stoute kinderen in te stoppen.
Soms mochten we in de weken voor de verjaardag
van Sinterklaas onze schoen aan de schouw zetten met ons verlanglijstje. Om er
zeker van te zijn dat Sinterklaas en Zwarte Piet het huis niet voorbij zouden rijden
legden we er voor de Sint een mooie tekening bij, voor Zwarte Piet een flesje
bier en voor de trouwe viervoeter van de Sint een wortel en een suikerklontje. Als
Zwarte Piet in die tijd overal een flesje
bier kreeg is het een wonder dat hij van zattigheid nooit van het dak is
gevallen, alcoholcontrole was er toen nog niet. ’s Morgens vonden we dan soms een
chocolade figuurtje in onze schoen, het verlanglijstje was meegenomen en Piet
had het lege flesje bier op de keuken gezet. Toen ik een jaar of zes
was vond ik dat Zwarte Piet wel een keertje meer mocht
langskomen met snoep daarom plaatste ik dagelijks mijn schoen,
natuurlijk zonder resultaat. Ik ben dan zelf in het snoepwinkeltje maar een chocolade figuurtje
gaan kopen en heb het ’s nachts, als
iedereen sliep, in mijn schoen gelegd…, ik heb lang niet begrepen hoe vader ’s
ochtends wist dat ik de chocolade in mijn schoen had gelegd en niet de goede Sint.
In Vlaanderen bracht Sinterklaas met zijn Zwarte
Pieten soms ook een huisbezoek in de weken voor zijn verjaardag. Bij ons thuis
hebben we het één keertje meegemaakt. Er werd op de rolluiken geklopt (hoor wie
klopt daar kinderen…) en plots stond een zingende en dansende vrouwelijke
Zwarte Piet in onze woonkamer. Mijn jongere broers en zus kropen wat dichter
bij vader en moeder maar ik herkende in de Zwarte Piet van dienst direct tante
Octa, een zus van moeder. Stoer en vrolijk riep ik uit “Maar dat is tante Octa”
en plots kon Zwarte Octa-Piet niet meer zingen of spreken. Na de nodige
dreigementen met de zak en de roe begon ik toch lichtjes te twijfelen. Nooit
hebben we nadien nog een Zwarte Piet of Sinterklaas op bezoek gehad.
En dan kwam de grote dag, ’s avonds 5 december
legde we voor alle zekerheid nog eens onze wensbrief klaar samen met de
geschenkjes voor Sinterklaas en Zwarte Piet. Wanneer we dan ’s morgens
opstonden lag de vloer rond de schouw vol met mandarijntjes, speculaas,
marsepein en chocolade figuurtjes. Natuurlijk keken we het meest uit naar het
speelgoed dat we zo graag wilde. Wie het voorbije jaar braaf was geweest kreeg
op 6 december wat er op het verlanglijstje stond. Behalve dat ene jaar… in de
boekjes die rijkelijk voor Sinterklaas waren uitgedeeld had ik een prachtige
garage in plastic gezien van drie verdiepingen en met een autolift, tot mijn
grote teleurstelling kreeg ik dat jaar
een houten garage, afmetingen schoendoos, met twee openingen. Een hele
teleurstelling en ik bestempelde de garage als “boerentimmer”. Ik heb er ook
nooit mee gespeeld. Jaren later hoorde ik dat Sinterklaas dat jaar geen geld
had voor een grote garage. Vader was zelf maar aan het knutselen geslagen, hij
was in die tijd diamantslijper en wegens de vele stakingen in die sector was
het moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen. Gelukkig voor ons is het maar
bij één jaar gebleven, de volgende jaren bracht Sinterklaas wat we zo graag
wilde.
Het was een mooie tijd voor jong en oud, nooit
hebben we toen (en nu ook nog niet) een overeenkomst gezien tussen Zwarte Piet en
rassenhaat. (racisme moest toen nog uitgevonden worden). Het is gewoon
folklore, cultureel erfgoed en meer moet je er ook nu niet achter zoeken. Als
Zwarte Piet al eens de boeman speelde werd hij direct ter orde geroepen door
Sinterklaas. We vonden Zwarte Piet best grappig en een kindervriend. Daar is
toch niets mis mee?
Nu heb je in Nederland ook al blauwe, gele,
purperen Pieten en Vlaanderen lijkt te volgen, jammer maar al die kleuren passen
voor mij niet in het eeuwenoude sinterklaasverhaal.
Wim Kuyps
(artikel verschenen in De Costakrant editie 58)