Aswoensdag is in de katholieke
kerk het begin van de 40 dagen durende Vastentijd, die loopt tot en met
Paaszaterdag. Vanaf Aswoensdag tot Pasen zijn er veertig vastendagen, waarbij
de zondagen niet worden meegerekend.
Op Aswoensdag laten
katholieken in de kerk een kruisje van as, (verbrande palmtakjes) op hun
voorhoofd tekenen. Terwijl de priester het askruisje tekent, zegt hij:
"Gedenk, mens, dat je stof bent en tot stof zult wederkeren" of
in het Spaans "Acuérdate de que eres polvo y al polvo volverás"
In de vroege middeleeuwen werd
het opleggen van as bij de mannen over het gehele hoofd en bij de vrouwen het
voorhoofd gestrooid als start van de boetetijd. Dit ritueel was enkel bestemd
voor zondaars die tot boete werden veroordeeld. Later werd dit een algemeen
gebruik omdat men ervan uitging dat iedereen tegen God of zijn medemensen
gezondigd had.
In veel steden in Spanje zal
op Aswoensdag, ook wel het einde van het carnaval, de Sardine begraven worden.
De ontberingen van het vasten worden in Spanje al eeuwenlang gesymboliseerd
door de Sardine. En deze wordt, in een kistje, jaarlijks ten grave gedragen,
wat Entierro de la Sardina wordt genoemd.
Weerspreuken
"Schijnt op Aswoensdag de zon, dan wordt het een goed appeljaar."
"Schijnt op Aswoensdag de zon, dan wordt het een goed appeljaar."
"Het weer van Aswoensdag,
houdt men de gehele vasten."
"De vastentijd zonder
regen, verkondigt een jaar met veel zegen."
“Lichtmis donker, asdag klaar,
geeft een vruchtbaar jaar.”