Een paar weken geleden vertelde ik de legende van de mooie
Azahara, de favoriete echtgenote van kalief Abd al-Rahman III die verdrietig
was omdat ze de sneeuw van de Sierra Nevada moest missen. (Klik HIER om deze legende te lezen). Meestal zijn legendes
fictief en enkel gebaseerd op volksgeloof, maar van deze legende is nog steeds
een tastbaar bewijs te vinden in de omgeving van Córdoba.
Recent kwamen we in deze omgeving en zijn op ontdekkingstocht gegaan naar de oorsprong van deze legende.
Recent kwamen we in deze omgeving en zijn op ontdekkingstocht gegaan naar de oorsprong van deze legende.
De man van Azahara was de emir van Al-Andaluz, nu Andalusië, tussen 912
en 929 en was eveneens de eerste kalief van Córdoba tot zijn overlijden in 961.
Hij wilde in de bloeiperiode van het kalifaat een nieuw paleis bouwen in Córdoba
voor hem en zijn geliefde vrouw Azahara. Echter in Córdoba was te weinig plaats
daarom week hij uit naar een plaats zes kilometers buiten Córdoba in de
uitlopers van de Sierra Morena. De Kalief wilde met de bouw van deze
stad een onsterfelijke roem vergaren.
Het Medina Azahara, dat
rechthoekig van vorm was met een lengte van 1518 meter en breedte van 745 meter,
werd gebouwd tegen een berghelling. Het bestond uit drie terrassen met een
hoogteverschil van 70 meter, zodat het loopniveau van het bovenste terras
gelijk was met de daken van het laagst gelegen terras. Op het hoogst gelegen
gedeelte lag het koninklijk paleis van waaruit de kalief het hele complex en
het hele hof domineerde. In het midden waren prachtige tuinen aangelegd en
bevonden zich de administratieve gebouwen en de woningen van de hogere
ambtenaren. Op het laagst gelegen deel bevond zich de moskee en de stad zelf
waar het werkvolk en de soldaten leefden.
De oude kronieken melden dat
10.000 werklui, 1500 muilezels en 500 kamelen begonnen met de bouwwerken in het
jaar 936. Uit de omgeving van Córdoba, maar ook uit Noord-Afrika, werden 4000
marmeren zuilen aangevoerd. Dagelijks werden 6000 bouwstenen uitgehakt uit de bergwanden in de omgeving. De
verschillende zwembaden en vijvers kregen een marmeren bekleding welke men
haalde in Syrië en Byzantium (Istanboel). Met ornamenten uit zilver, goud,
ivoor, ebbenhout en glas versierde de vaklui de plafonds en muren wat daardoor
een schitterend en oogverblindend mooi resultaat gaf.
Ondergrondse pijpleidingen en
bovengrondse aquaducten werden aangelegd om de nodige toevoer van water te
kunnen voorzien. Deze leidingen en aquaducten werden ook doorgetrokken naar de
stad Córdoba.
De kalief had voor de bouw van
dit alles een derde van de begroting van zijn rijk nodig. Elf jaar na aanvang
van de bouwwerken, in 947, verhuisde Abd
al-Rahman III met zijn vrouwen en vooral met zijn geliefde Azahara en heel zijn
20.000 man tellende hofhouding naar de paleisstad.
Ondertussen werd er nog 30 jaar
doorgebouwd aan de Medina Azahara.
In 1010, toen het kalifaat van
Córdoba op zijn retour was belegerden opstandige berbers uit
Noord-Afrika de stad. Na de overgave sloegen ze alles kort en klein, roofde de waardevolle stukken en staken de stad in brand. Toen de Spaanse koningen in 1236 Córdoba heroverden op de moslims, was zelfs de naam van de ooit zo schitterende koninklijke stad vergeten. Eeuwenlang werd alles gesloopt en gebruikt voor allerlei bouwwerken in Córdoba. Vele kerken in Córdoba zijn deels gebouwd met deze gesloopte materialen.
Noord-Afrika de stad. Na de overgave sloegen ze alles kort en klein, roofde de waardevolle stukken en staken de stad in brand. Toen de Spaanse koningen in 1236 Córdoba heroverden op de moslims, was zelfs de naam van de ooit zo schitterende koninklijke stad vergeten. Eeuwenlang werd alles gesloopt en gebruikt voor allerlei bouwwerken in Córdoba. Vele kerken in Córdoba zijn deels gebouwd met deze gesloopte materialen.
Sinds 1910 worden door
archeologen opgravingen gedaan en komt stukje voor stukje deze onbeschrijflijk
mooie stad weer tevoorschijn. Er zijn zelfs ontvreemde stukken uit Granada en
Sevilla teruggehaald en er worden vandaag nog altijd bouwelementen hersteld.
In een afgesloten gedeelte
voor het publiek wordt een stuk van het paleis als een puzzel weer in elkaar
gezet.
Bezoekersinfo.
Het bezoekerscentrum heeft een
expositieruimte met een aantal van de in de opgraving gevonden voorwerpen. Om
een beter idee te krijgen van hoe de stad eruit gezien heeft, kun je in de
filmzaal van het centrum een mooie video bekijken die in beeld brengt hoe de
stad er in zijn volle glorie uit zag.
De toegang voor zowel het
bezoekerscentrum als de opgraving is gratis. De parkeerplaats bij het
bezoekerscentrum ligt op twee kilometer afstand van de opgraving verwijderd.
Vanaf hier vertrekt er elke 15 minuten een shuttle bus naar de ruïnes. De
benodigde tickets voor deze rit kun je bij het bezoekerscentrum of op de bus
kopen voor 2,50 euro per persoon. Bij de opgraving zelf, kan en mag je niet
parkeren.