Jij kent me niet en ik jou niet. En misschien
is dat maar goed ook.
Waarom je vorige week, terwijl wij genoten van
een stedentrip naar Toledo, hebt ingebroken in ons huis, weet ik niet. Had je
dringend geld nodig en zag je geen andere uitweg? Dat zou kunnen. Ben je door een
harde jeugd en niemand die je liefde gaf in je kinderjaren op het slechte pad
geraakt? (veel gebruikte argumenten in de rechtspraak). Of misschien ben je een
verslaafde en is inbraak een makkelijke manier om aan geld voor deze smerigheid
te geraken? Hoe moeilijk het ook voor me is, ik probeer toch te bedenken waarom
je bij ons hebt ingebroken. Ik tracht te begrijpen waarom je een dief geworden
bent. Maar dat lukt me eerlijk gezegd niet zo goed.
Dank zij een goed alarmsysteem ben je, bij
nacht (verzwarende omstandigheden bij een veroordeling), maar een aantal
minuten in ons huis geweest en heb je weinig kunnen meenemen, maar toch… je
bent in ons huis geweest en dat is er al teveel aan.
Je gooide stenen naar onze hond, had het hem
vriendelijk gevraagd hij zou je een pootje hebben gegeven.
Weet je wat ik al helemaal niet snap? Waarom
moest je zo nodig ook nog eens de vandaal uithangen? Dat je het raam en de
tralies stuk maakte kan ik nog begrijpen, anders geraakte je niet binnen. Maar
waarom moest je de modem, de telefooncentrale, de alarminstallatie stuk slaan?
Waarom spullen vernielen die je toch niet meenam? Gewoon een draadje uit het
stopcontact trekken was meer dan genoeg geweest. Heb jij dan werkelijk zo’n gemeen karakter dat
je kickt op vernielen en kapot maken?
Ik ken jouw kant van het verhaal niet, maar hoe
zou je het zelf vinden als iemand in jouw huis of het huis van je ouders zou
binnenbreken en daar zo’n schade zou aanrichten? Ik heb altijd geleerd een
ander niets aan te doen wat je zelf niet wilt. Een eenvoudig principe, maar het
zegt voldoende.
Ik ben christelijk opgevoed en in onze
jeugdjaren moesten we de catechismus van de Katholieke kerk van buiten leren.
Zo moesten we ook de 10 geboden van buiten leren. Het achtste gebod leerde ons “Gij zult
niet stelen”. Er bestaan slechts twee rechtmatige manieren om in het
bezit van iets te komen. De eerste is door een schenking, of een erfenis, van
een ander mens. De tweede is door eerlijke arbeid, waardoor iets als
rechtmatige terugbetaling wordt verkregen. Iedere andere manier is diefstal:
iets wegnemen wat een ander toebehoort. Diefstal is geen eerlijke arbeid.
We hoorden dat je Arabisch sprak. Hoogst
waarschijnlijk ben je een Moslim of ben je als Moslim opgevoed.
De Koran is helemaal niet mals voor wat jij
deed, diefstal bij nacht:
Koran 5:38 En snijdt de dief en de dievegge de hand af, als straf voor wat zij misdeden, een voorbeeldige straf van Allah. Allah is Almachtig…
Koran 5:38 En snijdt de dief en de dievegge de hand af, als straf voor wat zij misdeden, een voorbeeldige straf van Allah. Allah is Almachtig…
Voor ons westerlingen gaat dat wel een beetje
te ver.
Als je dieven hun hand afhakt dan moet je weer
belastinggeld besteden aan hun uitkering, want mensen met een hand vinden
moeilijker een baan. Als je mensen die gestolen hebben uitsluit van een
uitkering veroorzaakt dat ook weer problemen. Als ze gehandicapt op straat
moeten gaan bedelen omdat ze geen uitkering en geen baan hebben, gaan ze
waarschijnlijk vroeger of later weer stelen. Dan blijf je bezig met handen afhakken.
O ja, sommige Moslims denken dat het stelen van
ongelovigen (wij dus) is toegestaan, lees hierover even de literatuur op
internet:
Wanneer een moslim het
land van de ongelovige binnentreedt, is het alsof hij een veilige overeenkomst
met hen aangaat. Dit wordt bekrachtigd door het afgeven van een visum dat hem
toestaat het land binnen te treden. Als hij zich dus hun bezit onrechtmatig toe-eigent,
dan verbreekt hij
daarmee de overeenkomst tussen hen, naast
het feit dat hij nog een dief is ook. (al-Boekhaarie en Aboe Daawoed)
Hopelijk loop je als beroepsdief ooit eens
tegen de lamp en sluiten ze je op in de gevangenis, maar ook dat is twijfelachtig.
Na je inbraak is de waakzaamheid verhoogd, maar
we willen ook gewoon blijven leven, zonder angst. We kunnen niet elke avond
onze laptop en televisie mee naar bed nemen of verstoppen zodat je ze niet kan
vinden. We hebben ook geen zin om onze deur te barricaderen als we even weg
zijn. Nee, inbreker, als jij écht wilt, kom je overal binnen.
De dag na de inbraak hebben we het huis
hersteld van jouw chaos, geen leuke onderneming. We kennen je niet, we hebben
je geen toestemming gegeven, en toch was je in ons huis en pakte je ons bezit. Dat
is fundamenteel verkeerd en een diskwalificatie van jou als medemens en
-burger. Voor de spullen die je meenam hebben wij gewerkt, iets wat jij
waarschijnlijk niet kent. Wat je persoonlijke omstandigheden ook zijn, ze
verlenen je niet het recht om het veilige, vertrouwde thuis van anderen te bezoedelen
met jou aanwezigheid.