Tarzán was een
zwerfhond die in de jaren zestig van vorige eeuw rondzwierf op de Plaza
Mayor in Aspe. Hij had toestemming om religieuze diensten in de kerk bij te
wonen en begeleide de aanwezigen op bruiloften en begrafenissen.
Het verhaal van
Tarzán doet denken aan het beroemde verhaal van Hachiko, een van de nationale
symbolen van Japan. Hachiko (Odate, 10 november 1923 - Tokio, 8 maart 1935),
was een Akita die in Japan grote
bekendheid verwierf door het feit dat hij na de dood van zijn baasje, een
professor aan de Universiteit van Tokio, 9 jaar lang wachtte op diens terugkeer
bij het treinstation Shibuya in Tokio. Na zijn dood werd voor het station een
standbeeld voor hem opgericht. Het verhaal is zo ontroerend, en werd zo beroemd
dat zelfs Hollywood, met Richard Gere in de hoofdrol, hem een eerbetoon met een
film gaf.
Tarzan's
verhaal begint net als vele andere honden in Spanje: een ongewenst nestje in
het struikgewas langs de rivier en een groep kinderen die het enige hondje in
het nestje meenamen naar het dorpsplein.
In tegenstelling tot
Hachiko had Tarzán geen eigen baasje en, in de nasleep van de naoorlogse
periode, kon iedereen de eigenaar van Tarzán zijn. Iedereen wilde ook de
eigenaar van de dorpshond zijn en in recente interviews met oude dorpsbewoners
gaven ze aan dat Tarzán de lievelingshond van het dorp was: "Tarzán deed kustjes zoals circus
honden", "Tarzán ging iedere morgen naar
de mis”,”Tarzán was bij elk dansfeest,
hij hield van feesten"... Op geen enkel moment heeft iemand verteld dat "Tarzán een zwerfhond was". Tarzán was hun hond. Tarzán was een witte hond met
bruine vlekken en woonde en sliep op de Place Mayor, het centrale plein van
Aspe. Tarsan, zoals de oudere mensen in Aspe zijn naam uitspraken, woonde
alle ceremonies bij in de kerk. In de processies mocht hij steevast meelopen en
wanneer er vuurwerk werd afgestoken blafte de kleine hond op het ritme van de
knallen mee. Waren er communies, bruiloften of doopfeesten, de trouwe
viervoeter begeleide de feestelijkheden.
Als Aspenaar van
eer, vervulde hij zijn plicht beter dan elk ander. Elke keer dat een dorpeling
stierf wachtte Tarzán bij de deur van de kerk tot de kist naar buiten werd gedragen
om plechtig de begrafenisstoet te volgen tot op de begraafplaats. Niemand
werd ooit begraven in eenzaamheid. Het maakte niet uit hoe goed of slecht
het leven van de overleden was geweest, Tarzán was steeds paraat.
Het verhaal van
Tarzán is in Aspe nu slechts een dierbare herinnering die overgaat van
grootouders tot kleinkinderen. In de omgeving van het
Auditorio Alfredo Kraus kreeg Tarzán de voorbije jaren een standbeeld.
"Wat overkwam
Tarzán? Hoe is hij verdwenen? Waar is hij gestorven? Weet iemand van zijn
verdwijning?”
Niemand weet nog hoe
het afgelopen is met Tarzán. Misschien omdat het geheugen selectief is men
enkel het beste herinneringen bewaard over het leven van Tarzán.
Tarzán was een
vrolijke dier dat de stad waar hij leefde een beetje gelukkiger heeft gemaakt.
Volgens verhalen zou hij zelfs kinderen uit de rivier hebben gered. De waarheid
is dat er honderden verschillende theorieën de ronde doen over wat er kan
gebeurd zijn met deze lieve hond, maar de herinneringen over Tarzán zullen
altijd levendig blijven in het geheugen van de Aspenaren.
Op 11 juni 2016 opende het stadsbestuur van Aspe
het park “Parque Canino Perro Tarzán” gelegen aan de Puente Ramón Berenguer waar
alle honden welkom zijn om hun kunstjes te oefenen.
Enkele inwoners van
Aspe maakte deze documentaire over Tarzán: https://youtu.be/-MQSHTPTaEk
Artikel verschenen in de Costakrant nr. 24
Wim Kuyps