De beslissing was al in januari gevallen, dit voorjaar zouden we met het vliegtuig voor een weekje naar Benidorm vliegen. Drie jaar voordien was dictator Franco in Spanje gestorven en nu, met de nieuwe koning Juan Carlos I, vonden we het wel veilig om Spanje te verkennen. Een reis vastleggen in nu erg eenvoudig met IPad en internet maar zo’n 40 jaar geleden was dat een heel gedoe. Eerst naar het reisbureau, in ons dorp was er geen dus dan maar naar Antwerpen, een stapel reisbrochures halen. Dagen konden we dan thuis genieten van de prachtige hotels die de touroperators ons aanboden. Prijzen berekenen en vergelijken, onze keuze viel al snel op het driesterren Hotel Rosamar van de Oostendse touroperator Sunair.
In de jaren zeventig begon het massatoerisme te bloeien, een tendens die voor een groot deel te danken was aan Sunair, die als één van de eersten goed georganiseerd was en hostesses had in elk hotel. Het Oostendse Sunair is later verkocht aan de Engelse groep Airtours en in 2000 zijn ze er helemaal mee gestopt.
Enkele weken later konden we dan vertrekken met een vlucht van TEA Trans European Airways, TEA was een Belgische luchtvaartmaatschappij die tussen 1971 en 1991 voornamelijk chartervluchten uitvoerde vanaf de Brusselse luchthaven Zaventem. Lange rijen stonden aan te schuiven aan de incheckbalies want online inchecken was nog niet mogelijk. 20 kg bagage per persoon moest lukken voor één weekje, als handbagage mocht een “chacoche” mee in het vliegtuig. Toen was vliegen nog een plezier, eten en drinken inbegrepen in de prijs, voor zij die wilde roken geen probleem, geen gezeur met verkoop van allerlei producten…
Op de luchthaven van Alicante stonden de hostessen van Sunair in hun knalgele jurkjes, ons al op te wachten om ons de juiste bussen te tonen naar Benidorm. Nu is de afstand van Alicante luchthaven naar Benidorm maar zo’n 60 km maar in 1978 moest je nog over de N332 en deed je er al snel twee uur over…
Na het uitpakken van onze bagage was de eerste activiteit het thuisfront verwittigen dat we goed en veilig waren aangekomen. Even een berichtje sturen of bellen via Skype was ondenkbaar, dat moest allemaal nog uitgevonden worden. Bellen via de hotelkamer was ook geen optie want dan wist je niet hoeveel het hotel je zou aanrekenen. Dus dan maar, met een handvol peseta’s gaan aanschuiven aan de dichtstbijzijnde telefooncel. Blijkbaar waren er meer die het thuisfront moesten verwittigen. Was het onze beurt dan kon Vera bellen en stond ik met de peseta’s in aanslag om de jackpot van de telefooncel te vullen. Waren de muntstukken bijna op dan kreeg de beller het sein dat er afgerond moest worden, de tijden zijn veranderd…
Een auto huren om het binnenland te verkennen was moeilijk. Dus kozen we voor de georganiseerde busritten vanuit het hotel. Naar het bergdorpje Guadalest en de Algar watervallen. Het natuurpark van Algar met zijn waterval was mooi om te zien maar in het voorjaar erg koud om in te zwemmen. In 1978 waren er maar enkele horecazaken aan de inkom van het park en kon je gratis naar de watervallen. Nu is het een toeristische trekpleister en betaal je een inkomprijs van € 4. Guadalest was nog het mooie dorpje boven op een berg. Onderaan de berg had je enkele winkels en horecazaken. Vanuit het dorpje met zijn witte huisjes, dat je via een tunnel kon bereiken, had je een mooi uitzicht over het stuwmeer. We hebben er nog een jasje uit schapenvel gekocht voor onze zoon, hij heeft het er enkele winters lekker warm in gehad. Ook op Guadalest zou het massatoerisme de komende jaren beslag op leggen.
Bij het doorbladeren van ons fotoboek zie ik dat we ook in Finestrat geweest zijn. Toe de “place to be” om op een ezel een tochtje te maken. Het vierdelig postkaartje met vier “ezeltoeristen” wenst ons een “Buen Viaje a Finestrat”, het dorp zal er nu ook wel anders uitzien dan 40 jaar geleden.
Wat we natuurlijk niet konden missen wat een avondje naar het gloednieuwe op 12 juli 1977 geopende, Benidorm Palace. Met volle busladingen werden de toeristen aangevoerd tot de zaal met 1500 kijklustige vol zat. Het eten dat we kregen stelde niet zoveel voor maar het optreden van de “blote vrouwen” was voor die tijd een waar spektakel.
Na zes dagen brachten de kanariegele hostessen van Sunair ons terug naar de luchthaven, onze eerste Spanjereis zat er op. Het zou zeker niet de laatste zijn…
Wim Kuyps
Artikel verschenen in de Costakant nr.22 van 22 juli 2016