(artikel geschreven voor de Costakrant)
In mijn kindertijd liep ik samen met twee vriendjes op 6 januari van deur tot deur om drie koningen te zingen:
In mijn kindertijd liep ik samen met twee vriendjes op 6 januari van deur tot deur om drie koningen te zingen:
Drie
koooningen, drie koooningen,
geef mij nen
nieuwen (h)oed.
Mijnen ouwen
is verslee-eeten,
mijn moeder
mag 't nie wee-eeten.
Mijn vader
heeft het geld,
op de
[russel] rooster geteld
Eentje schilderde we geel, dat was koning Caspar, koning
Melchior was de witte en ik was steevast koning Balthazar, de zwarte. Gekleed
in enkele oude tafellakens en een papieren kroon trotseerde we het gure
winterweer om wat snoepgoed en centjes bij elkaar te zingen. We waren wel wat
beter dan de andere groepjes, die hadden maar een kartonnen ster, de onze was
een luxe-ster gemaakt door “pa” mijn grootvader en die ster kon draaien als je
aan een koortje trok en was ook nog eens in goudkleur geschilderd.
Maar jammer, van
dit volksgebeuren blijft in Vlaanderen of Nederland niet veel meer over.
In Spanje daarentegen is het feest van de Reyes Magos, onze drie koningen
of de drie wijzen, hét feest voor de kinderen.
Reeds dagen op voorhand gaan de koninklijke bodes van dorp naar stad om
de wensbrieven van de kinderen op te halen en plaatsen de kinderen ook al weken
op voorhand hun schoentje met hun wensbrief en wat koekjes voor de koningen met
een beetje hooi voor de kamelen. Zo’n beetje als het schoentje zetten bij
Sinterklaasavond in Vlaanderen. Op 5 of 6 januari is het dan de grote dag. De
Spanjaarden vieren de aankomst van de Reyes Magos met feestelijke en vrolijke optochten, de
Cabalgata de los Reyes Magos. In de
steden rijden de koningen te paard of op een kameel of rijden rond in
feestelijk versierde koetsen en gooien lekkernijen naar de kinderen. In de kleine dorpen moeten de drie koningen het stellen met wat minder luxe. Een platte wagen met drie oude zetels getrokken door een tractor is hier dikwijls hun vervoermiddel maar de kinderen vinden dat allemaal even leuk. Met lampionnetjes en feestverlichting begeleiden de kinderen de drie koningen. De lampionnetjes zijn een overblijfsel van oude heidense gebruiken, waarin men fakkels droeg om boze geesten te verjagen. Het snoepgoed dat wordt uitgedeeld, stamt van de heidense offermaaltijden.
feestelijk versierde koetsen en gooien lekkernijen naar de kinderen. In de kleine dorpen moeten de drie koningen het stellen met wat minder luxe. Een platte wagen met drie oude zetels getrokken door een tractor is hier dikwijls hun vervoermiddel maar de kinderen vinden dat allemaal even leuk. Met lampionnetjes en feestverlichting begeleiden de kinderen de drie koningen. De lampionnetjes zijn een overblijfsel van oude heidense gebruiken, waarin men fakkels droeg om boze geesten te verjagen. Het snoepgoed dat wordt uitgedeeld, stamt van de heidense offermaaltijden.
Op 5 januari ‘s avonds zetten de kinderen dan hun schoentjes voor de drie
koningen gevuld met lekkers voor de koningen en hooi voor hun dieren. ´s
Ochtends ontdekken de kinderen dat de koningen van het snoepgoed geproefd
hebben en de kamelen het hooi opgegeten hebben. Maar het allerleukste is natuurlijk dat de
koningen allerlei leuke cadeautjes hebben achtergelaten. Vroeger werden er wel
eens zwarte steenkolen weggelegd voor de stoute kinderen, maar die zijn er nu
niet meer, of misschien toch ergens nog eentje en die krijgt dan bij zijn
cadeautje zwarte snoepjes die de steenkool moeten symboliseren samen met een
briefje van de koningen waarin ze vragen het komend jaar braaf te zijn.
Na het ontbijt of de lunch eet men een typisch dessert, “Roscón de los
Reyes”. Dat is een grote ronde cake waarop versieringen liggen van gedroogd
fruit, zij vormen symbolisch de robijnen en smaragden van de drie koningen. In
de Roscón de los Reyes,
gekocht bij de banketbakker, zit een klein figuurtje verborgen, hetzij een beeldje van kindje
Jezus of een klein speelgoedje, maar ook de traditionele droge tuinboon. Om de
verdeling van de cake eerlijk te laten verlopen moet het jongste kind onder de
tafel plaats nemen en bij elk stukje cake iemand aanduiden. Degene die het
figuurtje in zijn gebak krijgt, wordt "koning" of
"koningin" van die dag genoemd en mag de hele dag de bijgevoegde
kroon dragen, terwijl degene die de boon krijgt de Roscón van het volgende jaar
moet betalen. In sommige streken in Spanje kan je alleen de boon in het gebak
vinden, diegene de boon krijgt is dan de koning. De oorsprong van de boon is terug te vinden bij de Germanen, zij mochten
in de twaalf nachten van de nieuwjaarsfeesten geen peulvruchten eten en de
'heilige boon' betekende het einde van die vastenperiode.