6 oktober 2016

“Pedro el Pirata”, een legende uit Torrevieja.



“Pedro el Pirata”, een legende uit Torrevieja.

De legende van “Pedro el Pirata" is samen met de legende van “Tante Roqueta”  één van de meest bekende legendes van Torrevieja. Pedro "Piet Piraat" leefde in de negentiende eeuw aan de rand van het oude stadsdeel van Torrevieja in een oud vervallen huisje. Pedro was een oude, norse, onbeschofte en ongelovige man. Nooit ging hij naar kerk. De mensen van Torrevieja gaven hem de bijnaam “el pirata”, niet omdat hij een zeerover was geweest maar wel omdat hij in zijn jonge jaren een berucht smokkelaar was geweest.  Op een dag zag Pedro een bange hond zijn huisje voorbij rennen op de vlucht voor een aantal jongeren die de hond met stenen bekogelden. De oude vrouwen van het dorp sloegen ook met stokken naar de hond waarvan niemand de eigenaar kende. Pedro kon de jongeren wegjagen en de bange hond opvangen en kalmeren. Hij verzorgde de wonden van de hond en gaf hem te eten en te drinken . De hond was na zijn genezing zijn redder zo dankbaar dat hij altijd bij hem bleef. Door de vriendschap van de hond verzachtte het karakter van Pedro.  De oude norse man begon te bidden en zocht terug de kerk op om God te eren.
Pedro leerde in de kerkgemeenschap een weduwevrouw kennen welke ook bij hem kwam inwonen. Samen beleefde ze een mooie oude dag. Na verloop van tijd stierf echter de trouwe hond en Pedro begroef hem achteraan in de tuin van zijn woning en plantte er enkele bloemen bij.
Enkele weken later stierf een buurmeisje aan tuberculose, de ouders huilde van verdriet en Peter betuigde zijn medeleven aan de ouders. De moeder vroeg aan Pedro om de laatste wens van het meisje te vervullen en de doodskist te vullen met verse bloemen. Verse bloemen waren in die tijd in het warme Torrevieja erg zeldzaam maar Pedro vertelde de moeder dat  hij in zijn achtertuin een paar bloemen had geplant welke hij wel wou halen. Twee mensen vergezelde hem naar zijn woning  en daar aangekomen zagen ze vol verwondering dat de tuin was gevuld met bloemen, vooral waar de hond was begraven groeide de mooiste bloemen. Ze namen alle bloemen mee, vulde de doodskist en legde het meisje op de mooiste bloemen.
Kort daarna overleed weer iemand in een naburig familie. De familieleden wilde, zoals bij het meisje, ook bloemen leggen in de doodskist maar Pedro vertelde dat ze de vorige keer alle bloemen hadden geplukt en dat er zeker tot in het komende voorjaar geen bloemen meer zouden bloeien. Desondanks ging de familie van de overledenen toch naar het huis van Pedro om zelf vast te stellen of er geen bloemen meer bloeide. Toen Pedro de deur naar de tuin openden zagen ze tot hun aller verbazing dat de tuin rond het graf van de hond weer vol stond met de mooiste bloemen. Ze plukte weer de bloemen en namen ze mee naar het huis van de overledenen om de kist te versieren.  
De geburen van Pedro kende de geschiedenis van de hond en wisten wel dat het trouwe dier de reden was waarom Pedro, die vroeger een norse man was geweest, aan het einde van zijn leven een gezellig en goed mens was geworden. Ze begrepen dat de hond niet haatdragend voor de mensen was en dat hij hun de mooie bloemen had geschonken. De buren schaamde zich diep dat ze vroeger de hond van Pedro zo onheus hadden behandeld.

Wim Kuyps
Artikel verschenen in de Costakrant nr. 27