Menu

7 maart 2019

Saffraan, het rode goud van Novelda


Meer dan 150 jaar geleden veranderde de handel in saffraan (azafrán) het leven in Novelda. Het grootste deel van de Spaanse saffraanhandel, met name de bewerking, verpakking en marketing werd door vooruitziende handelaars naar Novelda gehaald en is sindsdien één van de fundamentele pijlers van de economie in Novelda geworden.

Saffraan is een kruid afkomstig van de saffraankrokus. Deze krokus is een herfstbloeier en houdt van extreme temperaturen: warm in de zomer, koud in de winter. Hij gedijt goed in doorlaatbare kalk- en kiezelrijke grond. Het kruid komt van de stampers, waar elke bloem er maar drie van heeft.

Saffraan wordt het ‘rode goud’ genoemd, vanwege de helderrode kleur van de stampers en zijn prijs, die vergelijkbaar is met die van goud. Eén kilogram saffraan kost tussen de 30.000 en 40.000 euro. Voor één kilogram saffraan heeft men zo’n 180.000 bloemen nodig. Men verteld dat Cleopatra een bad gevuld met saffraan nam om de geur te absorberen. De Romeinen legden de saffraankrokus in hun bedden om te profiteren van hun afrodisiaca en koning Hendrik VIII beval diegenen te doden die de smaak van saffraan durfden te veranderen.

De handelaars in Novelda konden al rekenen op een complete handelsinfrastructuur, opgebouwd dank zij de handel in kruiden, specerijen en thee. Deze producten vonden die hun uitweg naar Sevilla en Málaga, waar ze verscheept werden met bestemming de Amerikaanse markt en naar Valencia en Barcelona voor de Europese markt. Daar de saffraan krokus niet verbouwd werd in Novelda trokken de handelaren naar de regio Albacete en Arragón waar ze het product konden inkopen. De inkoop van saffraan in die gebieden was een avontuurlijk gebeuren. Samen met de lokale "corredor", een bemiddelaar die in elk dorp aanwezig was, trok de handelaar van huis tot huis om de begeerde saffraan aan te kopen. Er moest afgepingeld worden om een goede prijs per "onzas" (28,75 gram) te krijgen. Was er een akkoord dan werden de kratten gevuld om per trein naar de magazijnen in Novelda verstuurd te worden.

In de tweede helft van de 19de eeuw was de grote vraag naar saffraan op de Indische markt oorzaak van een radicale verandering van deze sector. Hindoes beschouwen saffraan als heilig en gebruiken het bij hun gebeden en dagelijkse rituele plechtigheden. De Indische handelaars kochten saffraan aan via handelsagenten in Marseille en Londen. Uit noodzaak gingen de handelaars uit Novelda zich associëren met handelaars uit die landen. Het was ook omstreeks die tijd dat enkele zaakvoerders uit Novelda naar Indië trokken om deze fantastische markt te leren kennen. Zo kwamen de importeurs uit Indië later zelf in contact met de afzenders uit Novelda, om zo een directere toegang tot het product te krijgen.

Op het einde van de 19de eeuw ontwikkelde men een surrogaat voor de saffraan om zich daarmee toegang te verschaffen tot díe markten die, wegens gebrek aan koopkracht, zich de echte saffraan niet konden veroorloven. Het was een mengeling verkregen uit de gele en witte delen van de plant. Het is ook omstreeks die tijd dat enkele familiebedrijven besluiten om samen te werken met het doel samen naar Indië te exporteren wat de handel nog meer bevorderden.

Het is ook dán dat, door de noodzaak zich te onderscheiden op een markt die steeds meer concurrentie ondervond, bedrijven hun eigen merkimago gingen creëren om het onderlinge verschil aan de kopers duidelijk te maken. Er verschenen kleurige verpakkingen met tekeningen om zo nog gemakkelijker herkent te worden door de eindgebruiker. Het gaf ook prestige aan die saffraansoorten die men ging verpakken in blikken trommeltjes met prachtige modernistische lithografieën.

In het begin van de twintigste eeuw werd de vraag naar saffraan zo groot, dat het een overdreven prijsverhoging tot gevolg had. Daardoor werd saffraan verkocht in een nieuwe verpakking, de “carterita” ,een verpakking van papier, in de vorm van een kleine enveloppe die een dosis bevatte dat voldoende was om kleur en smaak te geven aan één maaltijd. Kleine handelaars verkochten van deur tot deur deze “carteritas”, met een handelsmerk en tekening op om het van de concurrentie te onderscheiden, tegen de verkoopsprijs van 5 peseta centimos. Tussen 1920 en 1960 geven deze carteritas aanleiding tot de oprichting van tientallen “porches” (kleine winkeltjes). Deze porches hadden werknemers nodig, waarvoor de vrouwen de meest aangewezen personen waren en die daarmee een extra inkomen aan de familiebudget toevoegden. De arbeidsovereenkomst stelde vast dat de vrouwen minstens 2300 carteritas saffraan moesten verpakken in een achturige werkdag. De meeste vrouwen waren zo handig dat ze 4000 of meer eenheden per dag produceerden waarvoor ze een extra betaling ontvingen. In 1963 stelde de Noveldenaar Francisco Martínez Diez een machine op punt die het klaarspeelde om 3500 carteritas per uur te vullen.

Vanaf dit moment en met de verhoging van de consumptie in de jaren 70 en 80, verschijnen nieuwe uitdagingen voor de ondernemers die meestal nakomelingen zijn van de stichters. Nieuwe verpakkingen verschijnen in glas en plastic. Het specerijenbusje, dat ook zijn oorsprong heeft in Novelda, doet zijn intrede. Saffraan wordt onderverdeeld in drie verschillende categorieën, die bepaald worden door hun gehalte aan drie belangrijke chemische stoffen: picrocrocine: bepaald de smaak, crocine: bepaalt de kleur en saffranal staat voor de kracht van het aroma.

De handel in saffraan en in andere specerijen blijft tot op vandaag een van de belangrijkste economische pijlers van Novelda. Deze handel is zó gegroeid dat de ondernemingen in Novelda leiders zijn op de nationale markten en van grote betekenis zijn op de internationale markten.

Meer dan 150 jaar zijn voorbij, maar de “azafráneros” uit Novelda hebben hun ondernemend en avontuurlijk karakter, dat zij van hun voorouders hebben geërfd, niet verloren.