Menu

18 december 2018

Belén viviente in Canalosa op zondag 23 december 2018


In sommige dorpen in de provincie Alicante wordt rond Kerstmis het Kerstverhaal nagespeeld. Zo ook in La Canalosa. Het Kerstverhaal wordt gespeeld door alle inwoners en de kinderen van het dorp

In de ochtend vanaf elf uur kan je genieten van de geur van gebakken gachamiga, oliebollen met suiker, koekjes, gepofte kastanjes en de nodige hapjes en drankjes die de inwoners je gratis aanbieden. Gachamiga is een traditioneel Spaans gerecht uit deze streek. Het is een soort dikke pap gemaakt van deeg, water, olijfolie en zout en wordt gebakken in een grote koekenpan op een houtvuur. De Spanjaarden zijn er gek op.

Om twaalf uur worden de straten vrij gemaakt en kan het kerstspel beginnen. Bij mooi weer volgen duizenden bezoekers de belevenissen van de hoofdrolspelers Maria en Jozef en hun kindje Jezus.
Zoek een plaatsje in de zon ongeveer in het midden van de straat dan heb je een mooi uitzicht over het hele gebeuren. Voor diegene die het kerstverhaal vergeten zijn geef ik hier nog even de hoogtepunten.
Maria is helemaal weg van Jef de timmerman. Als Jef, of om het netjes te zeggen Jozef, op een dag in zijn schuurke aan het timmeren is, is Maria een beetje mottig. Ze denkt dat ze misschien wel zwanger kan zijn en neemt uit het apotheekkastje een predictor. Plotseling staat er iemand met vleugels voor haar en zegt: "Ja, ja, ’t is zover, ge gaat moeder worden en uwe kleine moet ge Jezus noemen.” In het kerstverhaal in La Canalosa zit die engel in een boom naast de regieïnstallatie.
Als de engel weg is brengt Maria haar vriend op de hoogte van de komende gebeurtenissen. Jozef schrikt zich een hoedje, maar is wel blij dat hij mogelijk een helper in zijn schrijnwerkerij gaat krijgen.
In die tijd wil keizer Herodes wel eens weten hoeveel joden er in zijn land wonen en hij beval zijn ambtenaren een volkstelling te organiseren. Voor de telling moeten Maria en Jozef naar Bethlehem. Bus of tram moet nog uitgevonden worden dus kopen ze maar een oude ezel en trekken voor een lange reis naar Bethlehem.
Daar aankomen, en na hun aanmelding bij de dienst bevolking, blijkt dat Jef via internet geen hotel of B&B heeft gereserveerd. Na lang zoeken vinden ze een oude koeienstal waar ze in het hooi tussen de ezel en de os kunnen slapen. Maria haar water is ondertussen gebroken en in die stal krijgt ze haar kleine die ze Jezus noemt. Ze wikkelt de kleine in doeken (pampers zijn er nog niet) en leggen hem, zoals Urbanus zingt in een ‘bakske vol met stro’. Buiten zijn herdertjes met hun schapen. De herdertjes lagen bij nacht in het veld. Zij hadden hun schaapjes geteld. Daar hoorden zij engelen zingen: "Verschiet niet. Er is een bijzonder kind in Bethlehem geboren. Het is geboren in een stal. Omdat jullie geen GPS hebben zal een grote ster jullie de weg wijzen." In La Canalosa hapert de ster, die aan een kabel hangt, soms wel eens en dan blijft ze halverwege hangen maar de herders vinden toch hun weg. In Bethlehem aangekomen vinden ze Maria en Jozef en drinken een wijntje op de geboorte van het kindje Jezus. Ook drie koningen: een witte, gele en zwarte (mag dat nog?) zijn op zoek naar het kindje. Eerst brengen ze een staatsbezoek bij keizer Herodes. Zij hebben gehoord dat Jezus als hij groot is de koning van de Joden zal worden. De keizer vindt dat maar niets. En dan gaan de drie koningen ‘met hunne nieuwe hoed, hunne oude was versleten’ ook op zoek naar Jezus. Ze volgen ook de ster en vinden heel het gezelschap in de stal in Bethlehem. Zoals het de gewoonte is als je op kraambezoek gaat hebben ze voor Jezus ook cadeautjes meegebracht, goud, wierook en mirre.