Menu

18 december 2017

Brand in de kerststal...

Zes jaar was ik en we woonde tijdelijk op een appartementje op de eerste verdieping in de Stationsstraat. Zoals elk jaar hakte vader een mooie kerstboom uit het bos (toen mocht dat nog) en versierde moeder de kerstboom met glazen kerstballen. Als verlichting werden er kleine kaarsenhouders met gedraaide en gekleurde kaarsjes met een knijpertje vastgezet op de takken van de kerstboom. De kaarsjes waren boomversiering, aansteken was te gevaarlijk, bij een onvoorzichtigheid zou heel de droge dennenboom in brand kunnen vliegen. 
De mooie houten kerststal met rieten dak, door vader vakkundig  in elkaar getimmerd,  werd zoals het hoorde onder de kerstboom geplaatst.
Plaasteren beeldjes op een bedje van stro bevolkte de kerststal, alleen een beetje jammer dat je de beeldjes van de os, de ezel en de schaapjes achterin de donkere kerststal niet zo goed kon zien. 
Mijn oudere broer suggereerde dat we best wat meer verlichting konden aanbrengen in de kerststal zodat ook de diertjes goed zichtbaar zouden zijn. Dat zag ik helemaal zitten. Uit de kerstboom haalde ik het mooiste kaarsje en mijn broer zorgde voor lucifers. Voorzichtig stak ik het kaarsje aan en laveerde er in de stal mee tussen Sint Jozef en de schaapherders. Toen ik bijna met het brandende kaarsje bij de ezel was likte het vlammetje van het kleine kaarsje even aan het droge rieten dakje van de kerststal en binnen enkele ogenblikken stond het hele dak in brand.
Mijn broer holde naar de keuken waar moeder juist mijn jongere zus een nieuwe pisdoek aan het aanmeten was en riep “Moe, onze Wim heeft de kerststal in brand gestoken”, “moe” kwam aangelopen, nam de kerststal vast, gooide de plaasteren beeldjes in de kinderbox, trok het raam open en flikkerde de brandende kerststal een verdiep lager op de stoep waar hij verder  helemaal opbrandde. 
Even later kwam vader voor  een korte middagpauze naar huis, zag de uitgebrande kerststal en holde met drie trappen tegelijk naar ons appartement.  Terwijl moeder het relaas van de brandstichting vertelde, mijn broer er schaapachtig bij stond te kijken, kreeg ik van vader een flinke veeg tegen mijn oor en vloog voor straf naar bed.
Het jaar daarop timmerde vader een nieuwe kerststal in elkaar. De mooi gekleurde kaarsjes in de kerststal werden vervangen door echte Philips  kerstlampjes waarvan er ééntje de kerststal verlichtte. Het gebroken hoofd van de zwarte koning, de benen van de twee andere koningen, een doormidden gebroken schaapherder, twee poten van de ezel en de kop van os werden vakkundig met Velpon hersteld. Wonder boven wonder overleefden het kindje Jezus en Maria de valpartij in de kinderbox. De volgende jaren was Sint Jozef niet meer van de partij, die was in teveel stukjes gevallen en was niet meer herstelbaar. Dat was ook weer niet zo erg, in het hele kerstverhaal speelt die nu ook weer niet zo’n grote rol…