Menu

22 augustus 2016

Tarzán, de hond die Aspe nooit verliet.



Tarzán was een zwerfhond die in de jaren zestig van vorige eeuw rondzwierf  op de Plaza Mayor in Aspe. Hij had toestemming om religieuze diensten in de kerk bij te wonen en begeleide de aanwezigen op bruiloften en begrafenissen.
Het verhaal van Tarzán doet denken aan het beroemde verhaal van Hachiko, een van de nationale symbolen van Japan. Hachiko (Odate, 10 november 1923 - Tokio, 8 maart 1935), was een Akita die in Japan grote bekendheid verwierf door het feit dat hij na de dood van zijn baasje, een professor aan de Universiteit van Tokio, 9 jaar lang wachtte op diens terugkeer bij het treinstation Shibuya in Tokio. Na zijn dood werd voor het station een standbeeld voor hem opgericht. Het verhaal is zo ontroerend, en werd zo beroemd dat zelfs Hollywood, met Richard Gere in de hoofdrol, hem een eerbetoon met een film gaf.
Tarzan's verhaal begint net als vele andere honden in Spanje: een ongewenst nestje in het struikgewas langs de rivier en een groep kinderen die het enige hondje in het nestje meenamen naar het dorpsplein.
In tegenstelling tot Hachiko had Tarzán geen eigen baasje en, in de nasleep van de naoorlogse periode, kon iedereen de eigenaar van Tarzán zijn. Iedereen wilde ook de eigenaar van de dorpshond zijn en in recente interviews met oude dorpsbewoners gaven ze aan dat Tarzán de lievelingshond van het dorp was: "Tarzán deed kustjes zoals circus honden", "Tarzán ging iedere morgen naar de mis”,”Tarzán was bij elk dansfeest, hij hield van feesten"... Op geen enkel moment heeft iemand verteld dat "Tarzán een zwerfhond was". Tarzán was hun hond.  Tarzán was een witte hond met bruine vlekken en woonde en sliep op de Place Mayor, het centrale plein van Aspe.  Tarsan, zoals de oudere mensen in Aspe zijn naam uitspraken, woonde alle ceremonies bij in de kerk. In de processies mocht hij steevast meelopen en wanneer er vuurwerk werd afgestoken blafte de kleine hond op het ritme van de knallen mee. Waren er communies, bruiloften of doopfeesten, de trouwe viervoeter begeleide de feestelijkheden.
Als Aspenaar van eer, vervulde hij zijn plicht beter dan elk ander. Elke keer dat een dorpeling stierf wachtte Tarzán bij de deur van de kerk tot de kist naar buiten werd gedragen om  plechtig de begrafenisstoet te volgen tot op de begraafplaats. Niemand werd ooit  begraven in eenzaamheid. Het maakte niet uit hoe goed of slecht het leven van de overleden was geweest, Tarzán was steeds paraat.
Het verhaal van Tarzán is in Aspe nu slechts een dierbare herinnering die overgaat van grootouders tot kleinkinderen. In de omgeving van het Auditorio Alfredo Kraus kreeg Tarzán de voorbije jaren een standbeeld.
"Wat overkwam Tarzán? Hoe is hij verdwenen? Waar is hij gestorven? Weet iemand van zijn verdwijning?”
Niemand weet nog hoe het afgelopen is met Tarzán. Misschien omdat het geheugen selectief is men enkel het beste  herinneringen bewaard over het leven van Tarzán.
Tarzán was een vrolijke dier dat de stad waar hij leefde een beetje gelukkiger heeft gemaakt. Volgens verhalen zou hij zelfs kinderen uit de rivier hebben gered. De waarheid is dat er honderden verschillende theorieën de ronde doen over wat er kan gebeurd zijn met deze lieve hond, maar de herinneringen over Tarzán zullen altijd levendig blijven in het geheugen van de Aspenaren. 

Op 11  juni 2016 opende het stadsbestuur van Aspe het park “Parque Canino Perro Tarzán” gelegen aan de Puente Ramón Berenguer waar alle honden welkom zijn om hun kunstjes te oefenen.
Enkele inwoners van Aspe maakte deze documentaire over Tarzán: https://youtu.be/-MQSHTPTaEk

Artikel verschenen in de Costakrant nr. 24
Wim Kuyps