Menu

24 november 2013

Spaanse sagen en legende: Rodrigo de Vivar, El Cid Campeador

Rodrigo Díaz de Vivar geboren in Vivar in 1040 en gestorven in  Valencia op 10 juli 1099 was een Spaanse ridder, beter bekend onder zijn bijnaam El Cid Campeador. El Cid is dan ook een bekende Spaanse nationale held en de belichaming van ridderlijkheid en deugd.

De jonge edelman Rodrigo uit Vivar werd aan het koninklijke hof opgevoed. Als knaap onderscheidde hij zich door zijn vele deugden. Het was een goede tijd toen hij zich het zwaard aangordde en tot ridder werd geslagen, want heel Spanje kende geen dapperder man dan Rodrigo de Vivar!

Koning Fernando hield veel van hem en wilde hem steeds in zijn nabijheid hebben. De Moren bezorgden de koning namelijk veel last en de jonge Rodrigo vreesden ze zeer.

Rodrigo kwam niet veel bij zijn vader Diego Lainez
, welke snel ouder en zwakker werd. Elke keer viel hem het afscheid zwaarder en steeds herhaalde hij de woorden: "Als het nodig mocht zijn, vader, kunt u mij te allen tijde laten roepen en ik zal komen om u bij te staan. Zou het nodig zijn de eer van ons geslacht met het zwaard te verdedigen, trek dan niet zelf tegen de vijand op. U hebt genoeg gestreden, nu is de beurt aan mij."
De vader knikte instemmend, maar geloofde niet dat het ooit nodig zou zijn, zijn zoon te laten roepen.

De tijd verging. Rodrigo diende de koning, maar in Vivar ging het niet goed. De trotse, heerszuchtige graaf Lozano deed Diego Lainez een grievend onrecht aan. Hij meende zich alles te kunnen veroorloven nu de oude man zich niet meer met hem kon meten, zijn paard niet meer kon bestijgen noch zijn zwaard hanteren. Voor Rodrigo's vader betekende dit een niet te dragen smaad. Hij liep rond als een lichaam zonder ziel, durfde zijn ogen niet meer op te slaan, at noch sliep en ging zelfs oude vrienden uit de weg om hen niet met zijn schande te bezoedelen.
 
 "Mijn zoon," sprak hij met zijn laatste krachten, "alleen jij kunt mij wreken. Alleen jij kunt de smaad mij en ons hele geslacht aangedaan uitwissen. Toon je moed en geef ons geslacht zijn eer terug."
Hij vertelde zijn zoon over de belediging die graaf Lozano hem had gedaan, zegende Rodrigo en reikte hem zijn zwaard.
Rodrigo kende de kracht en de moed van de graaf. Hij wist dat deze een machtige tegenstander was die veel aanhangers had. Maar hij kookte van woede en vreesde de strijd niet.
"Erger u niet, vader," antwoordde hij. "Ik ben bloed van uw bloed en de gerechtigheid zelf stuurt mij in de strijd. Of ik vergeld het onrecht u aangedaan, of ik sterf als ridder voor onze eer."

Daarop omgordde hij zijn zwaard  en begaf zich naar graaf Lozano. Nauwelijks had hij hem in het oog gekregen of hij riep hem toe: "Graaf Lozano, u vindt uzelf zeker wel erg moedig om een oude man te krenken? Was het u niet bekend dat de eer van ons geslacht geen beledigingen duldt? Weet dan dat ik gekomen ben om die smaad met uw bloed uit te wissen! Ik kom om uw hoofd, zoals mijn plicht mij gebiedt."
"Verdwijn, jongeling!" schreeuwde de graaf. "Verdwijn, anders laat ik je met de zweep afranselen!"
Maar de uitdaging was uitgesproken en de graaf moest hem wel aannemen. De tegenstanders gingen de tweekamp aan zoals het ridders is voorgeschreven.

Graaf Lozano toonde zich trots en koen, maar de slagen die Rodrigo hem toediende, waren dodelijk. De graaf viel en de jeugdige vergelder hakte hem het hoofd af om dit zijn vader te brengen als bewijs dat de smaad was uitgewist. En aangezien de tweekamp geheel naar de regels en de gebruiken was gevoerd, lieten de aanwezige ridders Rodrigo vrij gaan. Daarna bleef Rodrigo nog enige tijd bij zijn vader om deze in zijn ouderdom tot steun en troost te zijn. Om zijn vaardigheid niet te verliezen ging hij dagelijks op de vogeljacht. Alle ridders van het land koesterden grote achting voor hem en alle edelvrouwen bewonderden zijn mannelijke schoonheid.

Korte tijd later bezocht koning Fernando de nabijgelegen stad Burgos om een geschil tussen edellieden te beslechten. Daar knielde voor hem de jonge, bekoorlijke Ximena, dochter van graaf Lozano. Ze was geheel in het zwart gekleed en haar gelaat ging schuil achter een zwarte sluier. Op haar knieën liggend droeg ze de koning haar klacht voor: "Heer en koning, mijn moeder en ik leven in voortdurende schande. De ridder Rodrigo de Vivar, die mijn vader heeft gedood, rijdt dagelijks uit op de valkenjacht. Elke dag rijdt hij langs onze vensters en zoekt niet aflatend met zijn ogen naar mij. Die ogen vervolgen mij dag en nacht, zelfs in mijn slaap zie ik ze. Indien u een koning bent, maakt u dan een einde aan die kwelling. Want een koning die geen gerechtigheid uitoefent, kan niet te paard stijgen en gouden sporen aanbinden, zo een koning is het niet waard, brood te eten."

De koning schrok hevig van deze woorden en zijn gelaat kreeg een zorgelijke uitdrukking. Hij wist: zou hij Rodrigo bestraffen, dan zouden alle ridders en hovelingen zich tegen hem keren. Bestrafte hij hem niet, dan zou hij zichzelf steeds blijven verwijten dat hij de mooie Ximena niet geholpen had. Hij aarzelde en wist niet wat te antwoorden. Tenslotte legde hij Ximena zijn moeilijkheden voor. "Als dat uw probleem is," antwoordde de dochter van de graaf, "geef dan, koning, mij Rodrigo tot echtgenoot. Hij heeft mijn vader gedood en mij daarmee veel kwaad gedaan - moge hij mij als mijn trouwe gemaal evenzoveel goed doen."

Koning Fernando slaakte een zucht van verlichting en bewonderde de vrouwelijke schranderheid. Met graagte gaf hij zijn toestemming en zond een ijlbode naar Rodrigo met de opdracht dat deze zich terstond naar Burgos moest begeven. Toen Rodrigo daar met zijn gehele schare aankwam, ging de koning hem tegemoet en sprak aldus tot hem: "Welkom, Rodrigo de Vivar! Ik heb goed nieuws voor u. De edele Ximena vergeeft u de dood van haar vader daar u het recht aan uw zijde had. Opdat zij u echter geheel vergeven, verzoek ik u haar tot vrouw te nemen. Als bewijs van mijn gunst zal ik u enkele rijke landgoederen schenken."

Nauwelijks was de koning uitgesproken of Rodrigo boog en zei: "Zoals immer en overal, koning, zal ik ook aan dit verzoek van u voldoen. Ik zal mij gelukkig prijzen indien Ximena mijn vrouw wordt."

's Zondagsochtend, bij het opgaan van de zon, deed Rodrigo zijn woord gestand en voerde Ximena naar het altaar. Toen zijn bruid zo dicht naast hem voortschreed, zag hij pas hoe lieflijk en mooi zij was en hij straalde van vreugde. En omdat liefde de haat verdrijft en alle wonden heelt, was ook voor Ximena de huwelijksdag een van de schoonste dagen van haar leven. Ook de koning, die getuige bij het huwelijk was, verheugde zich oprecht. En toen de bruid de bruidegom de hand reikte, sprak Rodrigo plechtig: "Dierbare Ximena, mijn gemalin, ik heb je vader gedood, maar in een eerlijke tweekamp tussen ridders. Ik heb de man gedood die je het naast stond - daarvoor geef ik je nu een andere man, mijzelf, om je in liefde en trouw te dienen tot de dood ons scheidt."

Alle aanwezigen die deze woorden hoorden verheugden zich en prezen Rodrigo zeer. "Hoort," fluisterden edelen en ridders tegen elkaar, "hoe goed hij de verzoening van eer en liefde in woorden uitdrukt. Hoe hoog hij de gerechtigheid schat. Voor een rechtvaardige zaak heeft hij met graaf Lozano op leven en dood gestreden. En nadat hij in een eerlijk gevecht had overwonnen, vergat hij alle wrok. Zo komen in hem, als ware ridder, eer en liefde tot hun recht."

Koning Fernando gaf in zijn slot in Burgos een schitterend feestmaal. Alle straten, waardoor het jonge paar vanaf de kerk naar het slot reed, waren met bloesemtakken versierd en uit alle vensters hingen kleden. Overal hoorde men muzikanten en zangers, goochelaars vertoonden hun kunsten, uit de vensters wierp men rijstkorrels op bruid en bruidegom en de koning hield lachend zijn hoed omhoog om ook wat geluk op te vangen.

Lang daarna sprak men nog over het prachtige huwelijksfeest, maar al gauw werden daar andere verhalen aan vastgeknoopt: over de heldendaden van ridder Rodrigo de Vivar. In de onafgebroken gevechten die de Spanjaarden voor de vrijheid van hun land tegen de Moren voerden, werd Rodrigo de grote held. Vriend en vijand bewonderden hem, zijn landslieden noemden hem Campeador, wat strijder betekent. De Moren gaven hem de naam Cid, wat wil zeggen 'heer'. De eens onbekende ridder Rodrigo de Vivar werd de beroemde verdediger des vaderlands, el Cid Campeador.


Een andere legende over de dood van El Cid is bijna zeker fictief maar wel aangrijpend. Dodelijk gewond na de eerste dag van een beslissende slag wordt hij bij de hervatting van de slag op de tweede dag vastgebonden op zijn paard. Dit werd gedaan om de soldaten niet te ontmoedigen. Als de dood gewaande maar blijkbaar onkwetsbare El Cid op zijn schimmel op hen afrijdt onder het gejuich van zijn soldaten slaan de vijanden op de vlucht. Wat kun je anders doen voor iemand die niet gedood kan worden. Vermoedelijk stierf El Cid in zijn bed een natuurlijke dood......

Meer Spaanse sagen, verhalen en legendes klik HIER

Bronnen: 
http://web.jet.es/vliz/cid.htm
http://nl.wikipedia.org/wiki/Rodrigo_D%C3%ADaz_de_Vivar
http://www.biografiasyvidas.com/biografia/c/cid.htm
http://www.caminodelcid.org/Camino_RodrigoDiazelCidCampeador.aspx