21 september 2013

Oorsprong van de 'Moros y cristianos' feesten in Spanje


De naam 'Moros', in het Nederlands 'Moren', komt vermoedelijk van het Latijnse woord 'Mauri', die de Romeinen gaven aan Berbers uit het oude koninkrijk Mauretanië, niet te verwarren met het huidige Mauretanië, dat meer in het westen van Afrika ligt. De Byzantijnse historicus Procopius omschreef de Moren in de zesde eeuw als mensen met een zwarte huid, die Carthago en Numidië; tegenwoordig delen van Tunesië en Algerije, bevolkten. Voor de vroege christenen in Europa waren de Moren volgens beschrijvingen en verhalen een donker gekleurd Afrikaans volk.
In 711 vielen de troepen uit Afrika onder de leiding van Tarik ibn Zijad Spanje binnen. Vanaf dat moment wisten ze in zeer korte tijd grote delen van het iberische schiereiland te veroveren. Ze werden de 'Moren' genoemd. Rond 800 begon de 'Reconquista', de herovering vanuit het noordelijke Asturië, het enige gebied wat de gevluchte christenen konden behouden. Vanaf dat moment werden de Moren langzaamaan teruggedrongen. (in 1150 in Lerida in 1426 in Murcia en in 1463 Jaen) In 1492 wisten de katholieke koningen van Castillië en Aragón het laatste Moorse bolwerk, het Alambra in Granada, in te nemen en de Islam uit Spanje te verdrijven. Vele Moren bleven in Spanje wonen en werden gedwongen zich te bekeren tot het christendom.
De 'Moros y cristianos' feesten, die de 'Reconquista' herdenken worden in vele plaatsen al eeuwen gevierd. Vanaf 1579 in Orihuela, 1586 in Valencia en Cocentaina, 1588 in Caudete, 1599 in Alicante, 1605 in Calasparra, 1614 in Jumilla, 1638 in Villena, 1668 in Alcoy. Op vele plaatsen aan de zuidkust van Spanje, vooral aan de Costa Blanca, worden deze feesten nog altijd jaarlijks gehouden. Daarbij gaat het vaak om optochten van 'christenstrijders' en 'Moorse tegenstanders'. Mooie kleding, hypnotiserende marsmuziek, wapengekletter horen daar allemaal bij. Het begint met de binnenkomst van de afzonderlijke legers en hun slavinnen en jonkvrouwen, de 'Entrada', gevolgd door een processie ter ere van de Patroonheilige van de bewuste stad of dorp, en beëindigd met een gespectaculaire slag, begeleid door veel vuurwerk en waarbij het fort of kasteel steeds door de 'cristianos' wordt heroverd.